
Mijn eerste hap naar levensadem.
Mijn eerste wankele waggelstapjes tussen vallen en opstaan.
Het was in Alkmaar.
Ruim 53 jaar geleden werd ik hier geboren en groeide er op.
Struinde er eindeloos door grote weilanden vol kamille, bouwde geulen en zandkastelen in Egmond aan zee en begroef snikkend talloze overleden cavia’s en andere knaagachtigen onder de bomen langs de Molenkade. In mijn nette zwart/witte uniform serveerde ik als kokette 16 jarige, koffie en grote, geflambeerde ijstaarten bij Koekenbier aan de Kennemerstraatweg en schaatste over de wateren op mijn kunstschaatsen naar Oterleek.
In de zomermaanden fietste ik van Alkmaar naar Egmond-binnen om bollen te pellen terwijl ik onophoudelijk naar Bruce Springsteen luisterde via mijn hippe, gele sportwalkman waar ik apetrots op was.
Dynamiek en een constante stroom aan veranderingen was inherent aan mijn leven. Ik veranderde talloze malen van baan en lief en hopte binnen Alkmaar van huis naar huis. Daar liet mijn eeuwige veranderdrang mij a la minute muurtjes veranderen van geel naar paars of andersom en heen en weer schuiven met meubels. Ik gaf mij graag over aan iedere grillige impuls die op mijn pad kwam. Of het nou ging om een of andere nieuwe passie, een interessante opleiding, fascinerend project of wat ook.
Maar aan ‘mijn’ Alkmaar viel niet te tornen. De wereld mocht op zijn kop maar Alkmaar stond als een huis en zou nooit veranderen. Hier ging ik nooit meer weg!
Deze historische stad met zijn grachten, dichtbij zee was de mijne. Ik was ermee vergroeid.
Hier zoende ik voor de eerste keer met vlinders in mijn buik, in het schemerdonker, op de hoek van de Molenstraat. Hier at ik samen met vriendinnetjes, aan de lopende band ijsjes op de Mient wanneer we op vrijdag ons bollenpel salaris vingen. Onze benen bungelend over de rand van de gracht, glanzend zonlicht gevangen in ons jonge haar.
Hier ontwikkelde ik mij tot verpleegkundige in het Medisch Centrum Alkmaar, was initiatiefnemer en oprichter van LETSA (Lokaal Economisch Transactie Systeem Alkmaar) en baarde in ons lieve trappetjeshuis in de Bergerhof twee prachtige zonen.
In deze stad organiseerde ik tweemaal de succesvolle ‘Tapas en cycle tour’ en een paar jaar later de ‘Dancewalk’ waarbij we maandelijks met een groepje enthousiastelingen dansend door de Alkmaarse binnenstad bewogen.
Meer dan 20 jaar lang skeelerde ik vanuit deze stad de wereld in, handen op de rug, kilometers lang door polder en duinlandschap.
Aan lange tafels at ik in uitbundige stemming, met mijn stadsgenoten zuurkool met worst op 8 oktober en vierde Alkmaars ontzet in het Gulden Vlies, de Alkmaarse huiskamer, waarna ik in de Vest naar de nieuwe dag toe danste en genoot van grote porties poffertjes met extra veel roomboter en poedersuiker op het canadaplein.
Hier leefde ik het leven ten volste. Schaterlachend, uit volle borst zingend, intens huilend, vol overgave vrijend, dansend en rijkelijk genietend.
Alkmaar, levensader in mijn bestaan. Ik heb je gekliefd.
Afgelopen week verhuisde ik, samen met mijn lief, naar Den Haag.
Het meest onmogelijke bleek toch mogelijk.
Ineens was het de hoogste tijd voor een frisse wind en verse actieradius.
‘Tja’, zeg ik gekscherend tegen mensen die vragen waarom ik Alkmaar verliet en naar een andere provincie verhuisde. ‘Misschien is het omdat ik het zo enorm naar mijn zin heb in mijn baan en met mijn lief maar het wél de hoogste tijd wordt om de boel weer wat op te schudden? Daarom zoek ik de verandering deze keer in het verhuizen naar een andere stad.’
Terwijl lief en ik noeste stappen zetten om onze nieuwe Haagse huis vol te laten stromen met licht, liefde, nieuwe meubels en eigenheid wankelt alles in mij.
Mijn vader liet, vrij onverwacht, vorige maand het leven. Mijn tweede en dus laatste ouder is niet meer. Nog een levensader die daarmee werd doorgehaald.
Een groot gemis aan broers en zussen om samen te dragen en een eenheid te vormen, stapelt zich daarboven op.
Niet eerder voelde ik mij zo ontheemd en peutert bij vlagen de eenzaamheid aan mijn hart.
Het afscheid laat zich alom voelen.
Ik laat Alkmaar achter. Mijn Alkmaar, mijn Alkmaarse woning en het gros van mijn prachtige vriendinnennetwerk. Maar ook mijn vader, zijn huisje, mijn ouders, mijn kind-zijn, mijn geborgen plek in een familiesysteem waar ik gedijde in een tussenlaag tussen ouders en kinderen in. Niets voelt meer wat het was.
Ontworteling.
De tijd moet zijn werk gaan doen. Dat weet ik. Daarbij het vertrouwen dat ik mij stap voor stap weer zal gaan wortelen. Op deze nieuwe plek, in een nieuwe stad maar voornamelijk in mijn (familie)systeem en in mijn leven.
In tegenstelling tot het definitieve verlies van mijn ouders weet ik dat Alkmaar blijft. Dat ik altijd weer even kan wegkruipen onder de vleugels van mijn vertrouwde kaasstad.
Dat ik altijd weer even in kan haken bij de Binnenkomer voor een Chai latte, bij Sencha voor een magnifiek gebakje en met een hart dat piept en kraakt van leven in alle toonaarden, kan slenteren door de oude stad. Even terug naar mijn roots, daar waar mijn leven zich ooit ontvouwde.
Alkmaar zal nooit verdwijnen.
Alkmaar de Victorie!
