Blog van Michaela de Groot

Blog van Michaela de Groot
Onze afspraak stond al een poosje in mijn agenda. Toen het eenmaal zover was bleek deze notabene gepland te zijn op de laatste dag dat de horeca open was. Na vandaag zouden ze weer voor onbepaalde tijd sluiten.
En zo interviewde ik, afgelopen woensdag, een 48-jarige man in de waanzinnig mooie entourage van ‘Buut’, een brasserie in Doorn welke een oude kerk verrassend nieuw leven heeft ingeblazen.
Terwijl hij boven, in het hoekje van de enorme gele bank zit en ik daar tegenover met mijn laptop op schoot, maken we samen een urenlange vogelvlucht door zijn leven. Dat was intens en buitengewoon mooi. Zo vertelt hij mij hoe goed hij nu, met zijn 48 levensjaren, kan zien hoe gebeurtenissen hem hebben gevormd tot de man die hij nu is. Hoe de basisovertuigingen van zijn ouders, de woorden van zijn oma en specifieke ondersteuning van een collega hem hier hebben gebracht.
Tussen tranen en gegrinnik, momenten van overpeinzen en ontroering drinken we samen sloten gemberthee met honing en eten we hete pompoensoep met geroosterd brood.
‘Ik vind het nog altijd moeilijk om mijn ouders echt goed te kunnen uitleggen wat ik doe, hoe ik tegen bepaalde dingen aankijk en waarom,’ vertelt hij. ‘Dat heb ik natuurlijk door de jaren door wel verteld maar het gaat allemaal in stukjes en vlagen. Het lijkt me zo mooi dat ik met deze biografie binnenkort iets in handen heb wat de hele lijn beschrijft en ik ze kan laten lezen. Dit gaat volgens mij echt helpen om duidelijk te maken wat ik ze zo graag wil laten weten.’ Ik kijk naar hem zoals hij daar zit. Een beetje schuin tegen de zijkant van de bank, zijn arm op de hoge leuning. Wat een kracht straalt hij uit, deze man. En wat is dat mooi om te zien. Vooral ook dat die kracht niets afdoet aan de zachtheid die zijn persoonlijkheid zoveel karakter geeft.
Het is even stil, zijn hoofd wat gebogen en in de vertraging schuift hij de lepel op zijn schoteltje heen en weer. Ik kijk hem aan wanneer hij zijn blik weer op mij richt. ‘Ik wil het ook graag aan mijn neefjes laten lezen’, gaat hij verder. ‘Het zijn pubers nu en ik zie die worstelingen bij hen die zo bij het leven horen en ik ook zo goed ken van mijzelf. Natuurlijk probeer ik hier ook gesprekken met ze over te hebben maar dat is niet altijd even gemakkelijk. Ik denk dat ze zich begrepen voelen als ze dit lezen, en wat minder alleen.’
Ik vind het waanzinnig mooi om zo deelgenoot van het leven van een ander mens te mogen zijn. Om meegenomen te worden op het levenspad van die ander. Met alle pieken en dalen die zo’n levenspad nou eenmaal vorm geeft. Om de overwinningen te mogen meebeleven. Om mee te voelen welke draken er zijn verslagen of in ieder geval een kopje kleiner gemaakt. De twijfels en onzekerheden, de liefdes en lusten, angsten en al die levenspracht.
Ik ervaar het iedere keer weer als een eer, het schrijven van een biografie.
