Selecteer een pagina

Reisblog 4 weken Sri Lanka
Michaela de Groot 
Deel 1

Manekee & Kumari

Reisblog Michaela de Groot – 4 weken Sri Lanka
Deel 1

GELAND! TUSSEN KOKOSNOOT EN OLIFANT

Het was er direct, dat gevoel. Vanaf het moment dat ik mijn eerste stappen buiten de luchthaven zette. Hoe overweldigend warm, licht en groen. Hoe vertrouwd de geur van wierrook en smeulend houtvuur en oh hemel, wat een zee van bananenbomen.

Een weemoedig gevoel van thuiskomen dat ik zoveel jaar geleden ook in Nepal had ervaren. Het was met de tijd vervaagd maar liet mij het nu weer zo sterk voelen. Oh ja, dit!
Het maakte me melancholisch en verheugd tegelijk. Liet me voelen dat het klopte, mijn reis naar hier. Naar deze magische plek op Aziatische bodem.

Te midden van de tsunami van naambordjes bij de uitgang wist ik ‘Welcome in Sri Lanka Ms Michaela de Groot’ er gelukkig vrij vlot tussenuit te vissen. De brede, witte-tanden glimlach die blij boven dat bordje uitstak bekrachtigde dit welkom uit volle borst. Net als de kleurrijke bloemenkrans die vervolgens over mijn hoofd werd gedrapeerd, geheel volgens de traditie van dit land.

Na een uurtje slingeren, hobbelen en toeteren door Sri Lankaans verkeer werd ik gedropt in de grote groene weelde van het Elephant Freedom Project in Sabaragawuwa, zo’n 70 km ten oosten van Colombo, de hoofdstad.
Hier, op deze idyllische plek, ga ik de komende twee weken aan de slag gaan als vrijwilliger.

 

THE ELEPHANT FREEDOM PROJECT

Rond het gebouw waar dit project gehuisvest is, ligt een enorme tuin waar de Aloë Vera welig tiert,  de bananenbomen niet meer te tellen zijn en er, waar je maar kijkt, vruchten groeien te midden van overweldigend groen. Naast de bananen zijn er bomen met kokosnoten, guave, babutan, mango, jackfruit, avocado, en anoda (my absolutely favorite!).
Wat een paradijselijkheid!

Dit olifantenproject (een initiatief van een Nederlander, mister Tim) wordt door een Sri Lankaanse familie gerund.
Mister Tim kreeg buikpijn van de barbaarse olifantenpraktijken in Sri Lanka en wilde het verschil maken. The Elephant Freedom Project is vooralsnog het enige in dit hele land waar zo kleinschalig wordt gewerkt en waar olifanten nooit worden bereden of op andere wijze worden uitgebuit.

De olifanten die hier wonen zijn gered van een naar bestaan. Een bestaan waarbij ze dag in dag uit met toeristen op hun rug moesten rondzeulen, regelmatig werden geslagen, met geweld werden gedwongen tot kunstjes en waar hun poten door middel van kettingen met elkaar waren verbonden. Hartverscheurend!
Nu leven ze hier, in vrijheid aan een rivier te midden van een grote, groene wildernis.  Doordat ze een groot deel van hun leven in gevangenschap hebben doorgebracht kunnen ze niet meer in het wild worden uitgezet. Dat zouden ze simpelweg niet overleven. Dat is en blijft natuurlijk een verdrietig gegeven maar deze plek biedt in ieder geval een second best.

 

HAPPINESS TE MIDDEN VAN OLIFANTENDROLLEN EN BLOEDZUIGERS

Inmiddels ben ik hier bijna een week. Ik heb mij geen moment ontheemd gevoeld maar was direct thuis.
Al binnen een dag of twee voelde ik mijzelf opbloeien onder een boost aan warmte, (zon)licht en vriendelijkheid.

Alles gaat hier in rust zonder rush. Olifant en mens zijn fantastisch op elkaar afgestemd en sjokken samen door het leven.

Ontbijten, lunchen en avondeten gebeurt samen met de familie, andere volunteers en eventuele bezoekers. Het is aan de lange tafel een ware potpourri van nationaliteiten. Duitsland, Engeland, Italië, Rusland, Roemenië, ik ben nog geen enkele medelander tegengekomen.
Driemaal daags genieten we met elkaar aan een tafel vol rijst en dhal (een traditioneel linzengerecht) pannenkoekjes gevuld met een overheerlijk kokosnotenmengsel, knapperige papadums, bladeren gevuld met een soort dadelpasta, salade van tomaatjes en rode ui, curry’s, deegrolletjes met pittige aardappel, mierzoete oliebolachtige baksels, grote trossen bananen en toast met jam.
We eten hetzelfde als de familie maar wel in de softy variant.
Onze curry’s worden met een enthousiaste zwaai op tafel gezet terwijl er klinkt ‘This is the not spicy one’.
Ik vraag me nog steeds af hoe heet hun prutjes dan wel niet moeten zijn. Ook bij onze not-spicy-ones ben ik namelijk nog altijd heel blij met het grote glas water dat standaard naast mijn bord wordt gezet.

’s Morgens na ons ontbijt beklimmen we de heuvels en slingeren we tussen de enorme bananen- en palmbomen door naar de plek waar Kumari en Manekee de nacht doorbrengen. De mahouts (verzorgers) van de olifanten hebben de dames dan al mee op pad genomen. Aan ons de eer om vervolgens hun slaapkamers wat te fatsoeneren. We rapen de enorme olifantendrollen (minimaal 10 bij10 cm) en zwiepen ze vervolgens met een flinke zwaai van de heuvel af, het struikgewas in terwijl boven ons hoofd de apen krijsend van tak naar tak slingeren.

In het wild lopen olifanten kilometers en kilometers per dag om voedsel te vergaren. Hier hoeven ze er maar weinig moeite voor te doen en wordt het ze haast in de schoot geworpen. Dat maakt ze lui en daarom worden ze twee keer per dag uitgedaagd voor een wandeling door de bush om ze fit te houden. Iemand met een emmer banaantjes en stukken pompoen vooruit om ze te motiveren door te stappen. Af en toe wordt er een pauze moment ingelast waarbij ze het de hoogste tijd vinden voor wat verkoeling. Met hun slurf grissen de grote, grijze dames wat rulle aarde op en sproeien het vervolgens als een douche over hun warme lijf uit.

Na een uurtje sjokken gaan Kumari en Manekee zich in een uitgestrekte, groene oase gretig te buiten aan takken, bladeren en bosjes gras die ze met hun slurf afrukken en in hun bek laten verdwijnen. Brokken boomstam worden gekraakt en versplinterd. Wij zitten onderwijl ergens op een steen of stukje gras het stel rustig een uur of wat gade te slaan en genieten van deze grazende schatten die lekker lopen te rauzen door het groen. Soms klinkt er een enorme krak en wordt er een halve boom neergehaald. En dat alles met het grootste gemak en een hoog zen gehalte.
Hier en daar pluk ik ondertussen een dorstige bloedzuiger van mijn kuit die zich al kronkelend met man en macht in mijn vel probeert te boren.

De ultieme verkoeling voor Kumari en Manekee volgt later op de dag in de vorm van de rivier waar ze zich breeduit in uitstrekken en genoeglijk gaan liggen knorren.

Het raakt me iedere dag  opnieuw, te merken hoeveel er van deze dieren gehouden wordt en hoe goed ze hun dieren kennen. Ik leer hoe slim en ondeugend, hoe loyaal en ingenieus olifanten zijn en hoe ze communiceren. Met elkaar, hun verzorgers en met ons.
Het fascineert me onorm en ik voel mij iedere dag een beetje meer olifantenverliefd

‘Elephants never forget’ is de favoriete uitspraak hier.
‘If you are good to them, then they are good to you!’

Daar kan ik alleen maar AMEN op zeggen.

WIST JE DAT OLIFANTEN….

  • …zo’n 150.000 spieren in hun lichaam hebben
  • …22 maanden zwanger zijn. (Daar steken onze 9 maanden maar flets bij af)
  • …een onvoorstelbaar gevoelige huid hebben. Zo voelen ze het direct als er een mug op hun vel landt. En als je bijvoorbeeld stiekem over de haartjes op hun achterwerk beweegt, waarbij je de huid zelf niet eens aanraakt, dan reageren ze al. De uitdrukking ‘olifantshuid’ als synoniem voor gevoelloosheid is dan ook heel slecht gekozen. Wel is hun huid 3-5 cm dik.
  • …net als katten kunnen ‘spinnen’. Als ze tevreden zijn maken ze een heel gezellig knorrend geluid. I love it!
  • …net als vrouwtjesmensen ‘slechts’ twee tietjes hebben. Olifanten krijgen namelijk meestal één, hooguit twee baby’s.
  • …met hun oren flapperen om warmte kwijt te raken maar ook om aan te geven dat ze happy zijn. ‘Happy flapping’ wordt dat flapperen dan ook wel genoemd
  • ….door middel van hun gevlekte huid tonen of ze jong of oud zijn. Hoe ouder hoe meer lichte spikkels en vlekjes ze krijgen.
× App Mi!